Schoolplaat Otter
De otter eet voornamelijk kleine witvis, maar ook baars, snoek, paling en karper. Hij eet ook amfibieën, watervogels, ratten, kreeften, mosselen en grotere insecten, in feite alles wat hij in en rond het water aantreft. In helder water spoort de otter zijn prooi met zijn ogen op. In troebel water schakelt de otter over op zijn snorharen, waarmee hij de bewegingen van vissen in het water kan voelen. Ofschoon otters een reputatie hebben als waterbewoner, zijn ze gewend ‘s nachts grote afstanden (vele kilometers) lopend af te leggen langs de oevers. Glad gemaaide oevers mijden ze liever. Dekking in de vorm van riet, ruigte of struweel hebben ze nodig om in te rusten en zich terug te trekken, maar ook om zich door te verplaatsen. Voor de otter is ecologisch herstel van de beek- en rivieroevers dan ook net zo belangrijk als het herstel van de wateren.